Pistolet à silex modèle 1822 d'officier de cavalerie

Pistolet Modèle 1822 d'Officier

Apres la défaite de Napoléon, l'armée du roi Louis XVIII (1814-1824) était équipée des nouvelles armes à silex : le système 1816. La platine à silex du système 1816 était améliorée pour réduire le nombre de ratés. Dans ce système 1816 pour la première fois un pistolet était conçu spécialement pour les officiers. Le canon du pistolet M1816 d’officier est en acier tordu et touts les garnitures sont en laiton très riche en cuivre. Le pistolet d’officier est beaucoup plus léger et plus luxueux que le modèle 1816 de troupe. Apres six années le modèle 1816 est succédé par le modèle 1822. Il est difficile de distinguer le model de 1816 de celui de 1822. Avec un peu d'attention vous pouvez remarquer le léger retroussé de la batterie sur le modèle 1822. Il y a des autres modifications minimes: Le plan de l'entablement couvrant la lumière de 0,7 mm; la fraisure du bassinet plus profonde; l'ouverture extérieure de la lumière est diminuée. Les garnitures sont allégée, leur épaisseur étant réduit à 1,5 mm. Le pistolet modèle 1822 est le dernier pistolet à silex de l’armée française. Le pistolet d'officier à percussion modèle 1833 remplace le modèle 1816/22 en 1833. Pas avant 1846 les modèles à silex 1816/1822 sont transformes réglementaire à percussion. C'est pourquoi dans les années 1833 -1845 beaucoup des pistolets d'officier 1816/22 sont transforme à percussion par des armurier civile. Le pistolet d’officier Modèle 1822 présenté ici a été fabriqué en 1826 par la Manufacture de Charleville. Remarque: Les queues du culasse comportes pas toujours une gravure avec le modèle. Les modèle 1816 et 1822 de manufactures St-Etienne et Mutzig ont souvent la queue de culasse marquée "Modèle 1816" ou "Modèle 1822". Les pistolet officier des manufactures Maubeuge et Charleville souvent comporte aucune gravure sur la queue de culasse (mais il y a des exceptions).

Sluiten

Na de nederlaag van Napoleon bij Waterloo moest koning Lodewijk XVIII (1814-1824) het leger opnieuw opbouwen. Het leger werd voorzien van nieuwe vuursteenwapens, het systeem 1816. Het vuursteenslot van het “systeem 1816” werd op een aantal punten verbeterd ten opzichte van zijn voorgangers (pistolen an9 en an13) om het weigeringpercentage van het vuursteenslot te verminderen. Binnen dit systeem 1816 werd voor het eerst ook een pistool speciaal voor officieren ontworpen. De loop van dit officierspistool is van damaststaal en de garnituren zijn van koperrijk messing. Het model 1816 voor cavalerieofficieren is ten opzichte van het pistool voor manschappen aanzienlijk luxer en lichter uitgevoerd. Het model 1816 werd opgevolgd door het model 1822 met slechts kleine wijzigingen. Het meest opvallende verschil is dat de batterij van het model 1822 aan de top een weinig gebogen is. Verder is het zundgat iets kleiner en iets lager geplaatst, is de kruitpan iets dieper en zijn de messing garnituren 1,5 mm dunner. Het pistool model 1822 is het laatste vuursteenpistool van het Franse leger. Het vuursteenpistool werd in 1833 opgevolgd door het Model 1833 percussiepistool. Pas in 1846 werd begonnen met het ombouwen van de model 1816/22 vuursteenpistolen naar percussie in de officiele staats-wapenfabrieken. Dat is de reden dat in de periode 1833 -1846 veel officierspistolen op verzoek van hun eigenaren door civiele wapensmeden werden omgebouwd naar percussie. Het hier getoonde officierspistool M1822 werd in 1826 gebouwd in de Manufacture de Charleville. Opmerking: Op het staartstuk van het officierspistool werd niet altijd het modeltype vermeld. De ervaring is dat op pistolen van de fabrieken Maubeuge en Charleville vaak geen type is vermeld en op de officierspistolen afkomstig uit St-Etienne en Mutzig vaak wel. Maar er zijn uitzonderingen !.

Close

After the defeat of Napoleon at Waterloo, Louis XVIII, who was installed as King (1814-1824), had to rebuild the army. It was decided that his new army would be equipped with new flintlock weapons. This new design of flintlock guns is known under the name "System 1816". The flintlock of the "system 1816" was improved on a number of points compared to its predecessors (the pistols An 9 and An13) to reduce the number of failures of the flintlock. Within this system 1816 for the first time a pistol specially designed for officers was used. (Before 1816 officers had to buy their pistols from civilian gunsmiths). The model 1816 for cavalry officers was more luxurious and weighted much less than the pistol for ordinary men. The officer's pistol had a damask steel canon and rich copper brass mounts. The model 1816 was followed by the model 1822 with only minor changes. The difference between a model 1816 and a model 1822 is hard to see. The most obvious difference is the little bent at the top of the frizzen of the model 1822. Other differences are a slightly smaller touchhole, a slightly deeper flashpan and slightly thinner brass mounts. The model 1816/22 pistol is the last flintlock pistol of the French army. Around 1846 the French army started to convert the officiers pistols to the percussion system, but already in 1833 a new percussion pistol for officers was in use (the Model 1833). In the period 1833 - 1846, many officers decided to convert their own M1816/22 pistol to the percussion system. That is the reason nowadays we find many M1816/22 officers pistols that are converted to percussion by civilian gunsmiths. The officers M1822 pistol shown here was built in 1826 in the Manufacture de Charleville and is in its original condition. Note: The barrel tang is not always engraved with the model designation. Often we see the officers pistols manufactured in St-Etienne and Mutzig with a model designation and the pistols manufactured in Charleville and Maubeuge without the model designation. But there are exceptions !

Le pistolet en detail
Les différences entre M1816 et M1822 en detail

Liste des pistolets réglementaires

Pistolet à silex d'officier de la cavalerie française		Fabriqué : 1823 - 1833
Poids: 0,990 kg	Caliber: 17,1 mm	Nombre produit: ??
Longueur: 34,0 cm	Canon lisse L=20,0 cm	Balle ronde Ø16,3 mm (25,7 g)

Vuursteenpistool van de Franse cavalerie officieren		Gemaakt : 1823 - 1833
Gewicht: 0,990 kg	Caliber: 17,1 mm	Aantal gemaakt: onbekend
Lengte: 34,0 cm	Gladde loop L=20,0 cm	Kogel: Rond Ø 16,3 mm (25,7 g)

French cavalry flintlock pistol for officers		Produced: 1823 - 1833
Weight: 0.990 kg	Caliber: 17.1 mm	Quantity produced: Unknown
Lenght: 34.0 cm	Smooth barrel L=20.0 cm	Round bullet Ø 16.3 mm (25.7 g)

Pistolet Modèle 1822 d'Officier

Menu